Meten van Warmte
Verdampingsmeters. Vroeger hadden we verdampingsmeters op onze radiatoren. Die reageerden vooral op de warmte van de radiator, maar ook een zonnige dag gaf verdamping. Dat onnauwkeurige systeem maakte het redelijk om anders te kijken naar de verdeling van de kosten. De berekeningen van ista werken nog altijd op dat model, ook nu we geen verdampingsmeters meer hebben.
Digitale meters. De digitale meters die we hebben zijn volgens mij Doprimo 3 meters uit het ista symphonic programma. Deze meters reageren in principe niet meer op zonnewarmte, en ze kunnen dus nauwkeuriger je verbruik meten:
- De meters bepalen het verschil tussen de radiatortemperatuur en de ruimtetemperatuur (in ⁰C).
- Dat verschil kun je vermenigvuldigen met de warmte-afgifte van jouw type radiator (in kW/⁰C) en dan krijg je een warmtevermogen (in kW). De rekeningen van ista bevatten een factor voor die warmte-afgifte, en die hangt af van lamellen en oppervlakte van de radiator.
- Dat tellen ze op over de tijd (in h) om de verbruikte energie te vinden (in kWh).
- Energie voor warmte wordt vaak niet in kWh maar in GJ uitgedrukt. 1 kWh = 0,0036 GJ.
- De meters tellen geen kWh of GJ aan maar "units". Er is een omrekenfactor die ista nog niet bepaald heeft maar die in principe gewoon meetbaar is, en voor alle radiatormeters gelijk.
Als je de beschrijving van de Doprimo3 leest, zie je dit ook genoemd (tenminste, ik kan er niets anders van maken):
The device comes equipped with a unit scale as standard. Conversion to a product scale is possible.
Warmtewet. Een moderne aansluiting heeft een individuele aansluiting met een eigen warmtemeter. Die kijkt naar doorstroomsnelheid en verschil tussen temperatuur in en uit. Daarvoor legt artikel 8 uit hoe de warmteprijs bepaald wordt. (In principe zou dit systeem ook teruglevering in de zomer kunnen meten; je zou dan kunnen koelen en het kan worden opgeslagen voor gebruik in de winter. Je zou ook zonnecollectoren te gelde kunnen maken. Maar dat is duurzaam, en dat vinden bedrijven en gemeeentes te ingewikkeld.)
Als je verdampingsmeters hebt, kan de warmteleveranciers het verbruik meten volgens lid 2 van Artikel 8a. Dat is wat Ennatuurlijk nu ook doet, en ista heeft laten weten dat ze te weinig informatie aangeleverd krijgt om het anders te doen. Maar de digitale meters zijn "individuele warmtekostenverdelers" en daarvan moet het verbruik worden berekend onder lid 1 van Artikel 8a.
Wat in dit lid 1 staat is dat het warmteverbruik van de radiator gemeten moet worden, en dat alleen daarover de GJ-prijs berekend mag worden. Er zijn regelingen voor aanvoerleidingen binnen de woning. De ouderwetse verdeling over de wijk is illegaal. Let op dat veelverbruikers hierdoor mogelijk meer moeten betalen, maar in elk geval vallen de wijkverliezen niet meer onder de variabele kosten, en dat zou stevig moeten schelen.
Als je kijkt op de pagina Warmtevraag dan zie je daar een schatting van de transportverliezen die we gemiddeld per woning lijken te veroorzaken, maar deze waarde is een gemiddelde in een redelijk groot gebied van onzekerheid.
Eisen. Je kunt eisen dat je voor je werkelijke verbruik wordt aangeslagen. Wat Ennatuurlijk nu doet overtreedt de wet. Ze beweren dat de meters niet geschikt zijn om warmte te meten, maar iedereen die natuurkunde begrijpt kan je vertellen dat bovenstaande klopt, en dat ze gewoon moeten bepalen hoe units in GJ omgerekend worden. De Warmtewet geeft je de mogelijkheid dat onafhankelijk te laten ijken, daar zitten kosten aan maar het maakt het voor Ennatuurlijk onmogelijk om simpelweg het wijkverbruik door de units van de wijk te delen. Ze moeten de metingen kunnen verantwoorden.